DUIKEN NIEUWS
Archeologische duikers die de Rooswijk opgraven, het 18e-eeuwse schip van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) dat verging op de Goodwin Sands in Kent, hebben bewijs gevonden dat een deel van het zilvergeld aan boord werd gesmokkeld.
Lees ook: Wapens & munten: video breidt verhaal Rooswijk uit
Het beschermde wrak is eigendom van de Nederlandse overheid en wordt opgegraven door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in samenwerking met Historic England (HE) en aannemer MSDS Marine.
Alle 237 bemanningsleden kwamen om toen de Rooswijk zonk in januari 1740 in het gevaarlijke gebied. Het schip voer van Nederland naar Batavia (nu Jakarta in Indonesië) met een gesanctioneerde lading aan boord die vermoedelijk meer dan 300,000 gulden aan zilver bedroeg. Dit zou in Azië worden verhandeld tegen specerijen en porselein.
De lading bestond uit zilverstaven en Mexicaanse realen, oftewel ‘stukken van acht’, maar de duikers zijn veel oudere zilveren munten tegengekomen die geen deel uitmaakten van de officiële lading, waaronder dukatons uit de Republiek en Zuid-Nederland ( nu België).
De archeologen zijn van mening dat bemanning en passagiers de VOC-regels aan hun laars lappen en de munten smokkelden voor illegale handel.
Kleine gaatjes die in andere munten zijn geboord, duiden erop dat ze in het geheim in kleding waren genaaid. Het is bekend dat riemen en schoenen onder andere veel voorkomende schuilplaatsen waren, en tegen die tijd waren dat ook de meest voorkomende schuilplaatsen Rooswijk zonk, werd aangenomen dat maar liefst de helft van het geld dat op VOC-schepen werd vervoerd illegaal was.
Onderzoek van archieven in Nederland heeft onderzoekers nu in staat gesteld negentien bemanningsleden te identificeren, voorheen onbekend, afgezien van kapitein Daniël Ronzieres. Onder hen chirurg Gerrit Hendrik Huffelman, de 19-jarige Thomas Huijdekoper op zijn eerste VOC-reis en matroos Pieter Calmer, overlevende van een eerder schipbreuk.
Naast de Nederlandse bemanning waren er ook Duitsers, Zweden en Noren aan boord.
“Het is buitengewoon dat we na meer dan 270 jaar nu de namen kennen van enkele mensen die mogelijk hun leven hebben verloren door de gevolgen van de ramp. Rooswijk”, aldus Duncan Wilson, CEO van HE. “Zeevaart was een gevaarlijke manier van leven, en dit maakt het echt duidelijk.
“De onthulling dat de Rooswijk werd gebruikt om zilver te smokkelen draagt bij aan ons begrip van de wereldhandel op dit moment – we zullen moeten afwachten wat we de komende maanden nog meer van deze plek zullen ontdekken.”
De graafwerkzaamheden gaan door tot half augustus, terwijl de duikers geleidelijk naar de achtersteven van het schip werken.
Naar verluidt hebben ze persoonlijke spullen, dozen en tonnen gevonden in de kombuis achter de hoofdmast, evenals een knie – een stuk schuin hout dat wordt gebruikt om het dek te ondersteunen – waarvan de grootte de enorme schaal zou illustreren het schip.
Op het land werken archeologen aan het conserveren van voorwerpen die al zijn teruggevonden, en het publiek wordt uitgenodigd om enkele hiervan te bezichtigen tijdens een open weekend in het conserveringsmagazijn in Ramsgate (CT11 9LG) op 11 en 12 augustus.