DUIKEN NIEUWS
Van links: Paul Wilkin, James Canney en Eddie Huzzey.
Een recent artikel over een scheepswrak in DIVER magazine heeft geresulteerd in de overdracht van een navigatie-instrument uit het midden van de 19e eeuw aan een afstammeling van de oorspronkelijke eigenaar.
De Belgische duiker Stefan Panis spreekt tot de verbeelding van lezers met recente artikelen over duikwrakken met interessante ladingen, inclusief de Josephine Willis. Het 1000 ton wegende houtschip had passagiers en vracht vervoerd tijdens de 100 dagen durende reis tussen Londen en Auckland, Nieuw-Zeeland onder leiding van kapitein Edward Canney.
Lees ook: Scheepswrakzilver, messing – zelfs een Model T Ford!
De tragische reis van de Josephine Willis
Op 3 februari 1856 vertrok het schip met 70 passagiers, 35 bemanningsleden en een waardevolle lading keramiek en andere artefacten. Nadat hij per ongeluk in de Straat van Dover was geramd door de ijzeren stoomboot Mangerton, zonk ze met het verlies van 70 mensen. Panis maakte deel uit van het team dat het wrak 156 jaar later herontdekte.
Nakomeling ontdekt familieband
James Canney, de achter-achterkleinzoon van kapitein Canney, las het artikel in DUIKER en kon contact opnemen met Panis en, via hem, andere leden van het duikteam Eddie Huzzey en Paul Wilkin.
Ze ontmoetten elkaar bij Wilkins huis, waar de duikers Canney een octant overhandigden, een meetinstrument dat werd gebruikt voor navigatie en dat ze uit het wrak hadden gehaald.
Eigendom en bewaring van artefacten
Alle artefacten gevonden door de duikers op de Josephine Willis zijn aangegeven bij de ontvanger van het wrak, maar worden in bewaring gehouden, zegt Panis.
“Het octant behoort nog steeds toe aan de Kroon totdat de curator van Wreck een beslissing neemt over de toewijzing van eigendom en titel, maar dit was een ongebruikelijke situatie”, vertelde hij. DUIKER.
“Ik bedoel, hoeveel mensen zien na 162 jaar nog iets van een voorouder, laat staan iets dat al die tijd op de bodem van de zee heeft gelegen?”