De Nederlands-Oost-Indiëvaarder zonk in januari 1740 zonder overlevenden op de Goodwin Sands. Pas op haar tweede reis had ze een grote hoeveelheid zilverstaven en munten aan boord, samen met stenen blokken en ijzeren staven.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed van Nederland en Historisch Engeland (HE) werkt nu samen met de licentiehouder en het oorspronkelijke archeologische duikteam dat het wrak in 2005 gedeeltelijk heeft opgegraven, nadat het door een sportduiker was gevonden.
Na een geofysisch onderzoek dat eerder dit jaar werd uitgevoerd, voeren de duikers een gedetailleerd onderzoek uit naar het wrak, dat gedeeltelijk begraven ligt in sediment.
Ze hopen een beter inzicht te krijgen in het ontwerp van het schip en de staat van bewaring van het wrak, wat zou kunnen leiden tot verdere, grotere opgravingen.
De locatie wordt bedreigd door zowel blootstelling veroorzaakt door verschuivend sediment als bezoeken door niet-geautoriseerde duikers en staat in het Heritage at Risk Register van HE.
"Het is belangrijk dat instellingen voor cultureel erfgoed kunnen samenwerken om ervoor te zorgen dat sites zoals deze door iedereen worden beschermd, onderzocht, begrepen en gewaardeerd", aldus HE's Chief Executive Duncan Wilson.